Hoe goedkoop is jouw auto?

Eén van de meest besproken onderwerpen op feestjes en dergelijke is toch wel de auto van de zaak. Het maakt hierbij niet uit of het een werknemer is of de ondernemer/eigenaar. Iedere gesprekspartner over dit onderwerp heeft er een mening over. Een zakelijke auto waar geen privé kilometers mee wordt gereden; een privé auto zakelijk gebruiken tegen 19 cent per kilometer; een auto met een laag bijtellingspercentage of gewoon een auto rijden met de maximale bijtelling. Iedereen denkt de goedkope variant te kennen.

Laten we eerst eens teruggaan naar 1991. Minister Wim Kok heeft destijds in het kabinet Lubbers-III de accijns op autobrandstof verhoogd. Dit was noodzakelijk om de tekorten op de rijksbegroting terug te dringen. Hieruit werd de conclusie getrokken dat sprake zou zijn van een tijdelijke maatregel. Op dit moment kunnen we concluderen dat het kwartje van Kok niet is afgeschaft. Of het kwartje is gebruikt voor investeringen in wegen en voor het onderhoud van openbaar vervoer zullen we naar mijn mening nooit te weten komen. We kunnen wel concluderen dat toen al door de overheid werd ingezien dat ze de auto als melkkoe konden inzetten.

Als we nu de sprong maken naar 2011/2012, valt op dat de overheid het gebruik van zuinige auto’s wilde stimuleren. Per 1 juli 2012 golden er vier bijtellingspercentages, te weten 0%, 14%, 20% en 25%.Per 1 januari 2014 zijn de CO2-grenzen aangescherpt waardoor voor minder auto’s een lager bijtellingspercentage gold. Daarnaast is een bijtellingspercentage geïntroduceerd van 4%.

Alsof het nog niet ophoudt, zijn per 1 januari 2015 de grenzen voor de bijtellingspercentages nog weer aangescherpt en is de net geïntroduceerde categorie van 4% vervallen. Natuurlijk zijn per 1 januari 2016 de grenzen wederom aangescherpt. De bijtellingspercentages voor 2016 zijn 4%, 15%, 21% en 25%.

Los van de bijtellingspercentages heeft de overheid ook aanpassingen doorgevoerd op andere auto gebonden belastingwetgeving. De conclusie lijkt mij gerechtvaardigd dat de overheid soms een ingevoerde maatregel vanwege enorme successen weer moet terugdraaien. Denk hierbij maar aan de enorme toename van de Volvo V60 en Mitsubishi Outlander op de weg. Maar ook dat het door alle aanpassingen niet meer overzichtelijk is welk bijtellingspercentage van toepassing is. Immers de CO2-uitstoot is van belang en ook het jaar waarop de auto voor het eerst een kenteken heeft gekregen.

Het einde van het jaar 2016 nadert weer met rasse schreden. Dat houdt ook in dat er per 1 januari 2017 nieuwe regels gaan gelden. Geheel tegen de uitbreidingstendens in, kennen we vanaf 2017 nog maar twee bijtellingspercentages. Als de wet wordt aangenomen zijn dat 4% en 22%. Voor het eerst sinds jaren daalt het percentage voor de hoogste categorie. Zou hiermee de emotie van een auto weer terugkomen in plaats van de financiële emotie van een auto? De tijd zal het leren.

Wel zou ik bijna medelijden krijgen met de verkopers van auto’s. Zij moeten namelijk ook al die verschillende regels weten bij de verkoop van een tweedehandsauto. Voordat ze het weten, geeft een verkoper een verkeerd bijtellingspercentage door. Ik troost me met de gedachte dat we voorlopig niet van het meest besproken onderwerp op feestjes en dergelijk af zullen zijn. Deze gesprekken kunnen door de overgangsmaatregelen juist nog leuker worden. Nog even en dan kent een Porsche Panamera een lager bijtellingspercentage dan de gemiddelde middenklasser zoals een Ford Focus, Peugeot 308 of bijvoorbeeld een Toyota Prius.

Misschien moet de belastingdienst de slogan eens aanpassen: makkelijker kunnen we het niet maken; wel leuker.